In het vliegtuig van Istanbul terug naar huis, hadden Bernie en ik een plekje naast elkaar, en het gangpad tussen ons in. Recht voor Bernie en schuin voor mij zat een manspersoon behoorlijk irritant te zijn. Hij kon nog geen twee minuten normaal in zijn stoel blijven zitten. Tachtigduizend keer verzitten, om de haverklap opstaan om, en daar had ik dan vol zicht op, zichzelf vlak boven de bilspleet uitgebreid te betasten. We hadden allebei iets verkeerds gegeten, dus deze jongen kwam uitermate ongelegen. Vanwaar deze inleiding? Nou … ik weet sinds zaterdagmiddag wat hij mankeerde. Sterker … ik heb het ook!
Door je knieen!!!! Kont naar achter!!!!! Kont naar ACHTER!!!!! KONT naar achter.!!!… Waahhaaaahaaa….klont!….en daar lag ik. Na amper 15 minuten op het ijs, op de zojuist aangeschafte ubercoole combi-noren, de laatste in de wijde omtrek. En het ging best aardig, al zeg ik het zelf. Het zou kunnen dat de vele anderen op de vestinggracht daar anders over dachten. Wie is die gek, die zo woest kijkt, wild met haar armen zwaait, en er nog bij loopt te gillen ook? En die arme jongen dan, die er achteraan loopt, hij moet nog uitkijken dat ie niet in z’n gezicht gemept wordt. Ach wat, Naardenezen zijn gewoon niks gewend.
Eerst ging het nog wel. Weer overeind gekrabbeld en door geschaatst. Pas toen ik op de harde stenen van de kant mijn schaatsen uit wilde doen, voelde ik hoeveel pijn het deed. Elke verandering van houding is een kwelling, gewoon op de bank zitten ook. Er zit niets anders op dan raar op de bank te zitten. Zondag maar niet wezen schaatsen. In plaats daarvan de doka in geweest. Ook leuk.
Volgens de radioloog van Gooi-Noord is mijn stuitje niet gebroken. Alleen maar gekneusd en het gaat vanzelf weer over. Na een week of 6.
En dan naar Biddinghuizen, oefenen op de 5 kilometer lange kunstbaan in de polder. Want ooit zoef ik op mijn ubercoole noren over plassen, sloten, grachten en kanalen.
Ha! Toevallig!