Jongens en meisjes, schrijvers van de Gooise Verhalenwedstrijd 2015,
Het eerste idee voor dit voorwoord ontstaat als ik begin april een paar dagen in de middle of nowhere verblijf. In een soort mini-woonwagen met bijbehorende mega-tent. In die tent staat mijn bed. Een meter of 20 lager stroomt de Whanganui rivier. In bed kan ik de stroomversnelling horen die een klein stukje verderop ligt. Aan de overkant van de rivier grazen koeien en schapen, verborgen onder het dichte dak van boomvarens. ‘s Middags schijnt de zon hard en fel op de steile kaalwitte hellingen daarboven, als op kliffen aan een groene zee. Het wordt laat licht en vroeg donker.
Op dagen als deze lees ik bijna aan één stuk door. Heerlijk! Bij al dat gelees kwam ik iets tegen dat ik graag met jullie deel: ‘Alles is taal‘.
‘Alles is taal‘. Het lijkt een beetje overdreven, maar toch, er zit wel wat in.
De werkelijkheid bestaat bij de gratie van dát en hoe we hem beschrijven.
Wat we kennen heeft een naam, is aan alle kanten beplakt met woorden die verklaren en van eigenschappen voorzien. Het ritme van eb en vloed, seizoenen, poollicht, maar ook alledaagse dingen als aspirines, een paraplu of een herdershond die wel op een wolf lijkt, maar het toch niet is.
Iets dat je wel ervaart maar nog niet in woorden is gewikkeld kan heel beangstigend zijn. Stel je voor, je leeft diep in de Middeleeuwen en de zon houdt er zomaar mee op. Midden op de dag zijn ineens alle vogels stil en wordt het donker. Je bent waarschijnlijk doodsbang. De wereld vergaat!
Inmiddels weten we precies wat het is, hoe het komt en hebben knappe koppen tot op de seconde uitgerekend wanneer de maan zich de komende eeuwen tussen de zon en de aarde in wurmt en waar op de aardbol je moet gaan staan om dat het beste te kunnen zien.
Maar taal beschrijft en verklaart niet alleen, ze geeft ook lading. Door bijvoorbeeld consequent negatief over een onderwerp te zijn kun je anderen laten geloven dat het echt slecht is. Of je maakt iets mooier dan het misschien is door het alleen maar op een positieve manier te beschrijven. Je hoeft vaak niet eens te liegen, zorgvuldig kiezen wat je wel en wat je niet vertelt is voldoende. Politici en reclame-makers weten daar alles van.
Kortom, taal maakt het verschil. Het verschil tussen gekend en ongekend, tussen waardevrij en beladen, tussen iemand zelf een mening laten vormen en hem die opdringen.
Taal is ook het instrument van de schrijver. Het is de hengel waarmee je het ongeschrevene naar de oever van de gekende wereld haalt. Het is de potten verf op de kant, de vellen kleurig papier, de rollen plakband en alles wat je verder maar wilt gebruiken om je vangst tevoorschijn te laten komen.
Jullie zijn allemaal schrijvers.
De verhalen die jullie bedacht hebben, de personages, wat ze meemaken, hoe ze reageren en waar dat toe leidt, allemaal dingen die er nog niet waren, die wij, jullie lezers, nog niet kenden. Jullie hebben de wereld iets nieuws gegeven!
De mooiste verhalen staan bij elkaar in dit boekje. Jammer genoeg passen ze er niet allemaal in, we hebben keuzes moeten maken. Het kan dus zijn dat jouw verhaal er niet tussen staat. Niet getreurd. Je was erbij, dat telt.
Blijf vooral schrijven en maak je wereld een stukje mooier.
Rika de Groot
voorzitter werkgroep Gooise Verhalenwedstrijd
Rotaryclub Naarden-Bussum