blauw grijs zand
en wit
tot zover het oog
en verder
ga
met de wind
van duizend vleugels
naar de rand van de wereld
en verder
niets
‘Voor alles is een tijd’ zei de gesjeesde dominee. En dat is waar. Zo is voor mij de tijd van geloven achtergebleven in een jeugd van gedwongen kerkbezoek in jurkjes waar ook al geen vrije keus aan te pas gekomen was. Verder lezen Voor alles is een tijd
Cornelis hield van de zomer. Vooral van deze. Want aan het einde van deze zomer mocht hij voor het eerst naar school. Hij zou dan helemaal tot het einde van het pad door de duinen lopen. Samen met Dorien, zijn grote zus die al in de derde klas zat. Nu was hij daar nog te klein voor. Hij mocht van zijn moeder niet verder dan het hek van buurman Jos. Maar moeder sliep nog. Verder lezen Zomer
In het vliegtuig van Istanbul terug naar huis, hadden Bernie en ik een plekje naast elkaar, en het gangpad tussen ons in. Recht voor Bernie en schuin voor mij zat een manspersoon behoorlijk irritant te zijn. Hij kon nog geen twee minuten normaal in zijn stoel blijven zitten. Tachtigduizend keer verzitten, om de haverklap opstaan om, en daar had ik dan vol zicht op, zichzelf vlak boven de bilspleet uitgebreid te betasten. Verder lezen Winter