Zit ik vanmiddag lekker met Job Cohen in de achtertuin de laatste winterkou uit de botten te stoven, zie ik binnen een plant bewegen op een wijze die beslist niet normaal genoemd kan worden. Er blijkt een koolmees in te zitten. Sorry? Tuindeuren dicht, achterdeur op een haak die zelfs voor de slankste kat in huis onvoldoende doorgang biedt, maar mijnheer de koolmees vond het goed idee om naar binnen te gaan. Hij zit erbij alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Hipt gezellig van takje naar takje en zegt “twiet twiet”. Dan fladdert hij naar de andere kant van het huis, daarbij rakelings Marmer passerend, en gaat op het aanrecht zitten. Pompiedom, best leuk hier. En niet alleen de koolmees is uitermate relaxed. Okee, Marmer zit rechtop in zijn mandje bovenop de kast, maar gezien zijn dommige gezichtsuitdrukking lijkt hij zich vooral af te vragen wat hem zo ruw uit zijn rem-slaap heeft gehaald. Ik heb niet de indruk dat hij doorheeft dat er een Vogel heel dicht in de buurt is. Het gezelschap dat zich boven in bed heeft verzameld laat zich de middagdut ook al niet door de neus boren. Katten in de buurt zijn te hebben, mensen vindt hij duidelijk minder leuk. Op mijn nadering vliegt hij uiterst kalm door de inmiddels wel openstaande tuindeuren weer naar buiten.
“Twiet twiet” en ik, ik ga terug naar Job en mijn plekje in de zon.