“Hou je mond toch ook ‘s een keer, mens!!” Maar ja, aangezien er een aanleiding is voor deze zelfvermaning is het kwaad al geschied. Plaats van handeling dit keer, Kantje boord, één van de leukste winkels van de Vesting. De smoes om naar binnen te gaan; een dringende behoefte aan nieuwe sloffen. Tussen de rekken met veel te mooie jassen, truien en T-shirts staat een mevrouw met een rode herenbroek in haar handen. “Ach jij ook altijd met je veilige kleuren. Doe toch ‘ns gek man!!” Vanuit het pashokje klinkt wat gemompel bij wijze van antwoord. Nooit te beroerd mij geheel ongevraagd tegen andermans zaken aan te bemoeien, meng ik mij in de discussie. “Oh, maar dat kan heel goed hoor, hier” meld ik op luide toon richting het gordijntje waarachter de mijnheer die geen rode broek aan wil zich schuilhoudt. “Ha!!! Dat bedoel ik. Dank u wel, u heeft mij zojuist enorm in mijn overtuiging gesterkt.”
De mevrouw, de rode broek nog steeds in haar handen, geeft het voor vandaag op. Ze vertelt dat ze oorspronkelijk uit Laren komt, maar inmiddels al jaaaaaaaaren in H. woont. Ik merk op dat dat in ieder geval haar voorkeur voor rode broeken verklaart. Ik maak zó makkelijk vrienden. Tijd om mijn sloffen af te rekenen. Mijnheer showt een donkerblauwe broek. Heel mooi, niets meer aan doen. Ik neem me heilig voor de volgende keer wel mijn mond te houden.