Regelmatig bezoek ik een bepaalde parkeergarage in Bussum, conviently gelegen naast supermarkt en hema. Even regelmatig valt mij de volgende situatie op, zo ook afgelopen zaterdag:
De helling tussen de parkeerlagen is tamelijk steil en op elke parkeerlaag heeft het supermarktbedrijf, strak naast de plaats waar het omhoogrijdende verkeer de volgende parkeerlaag bereikt en onder lastige omstandigheden een scherpe bocht moet inzetten, een twee rijen dik verzamelpunt voor winkelwagentjes ingericht. Alles voor uw convience. De ene rij wagentjes is duidelijk langer dan de andere. Een botsing tussen een Gooise automobiel en een winkelwagentje kan niet lang uitblijven.
Dan verschijnt een persoon ten tonele:
Vrouw, hoogblond, dito gehakt. Zij heeft zojuist haar boodschappen ingeladen en gaat het lege winkelwagentje naar het verzamelpunt brengen.
Vraag: Klikt zij haar wagentje vast aan rij A, die nu al gevaarlijk ver uitsteekt, of kiest zij voor rij B, waar makkelijk nog menig karretje bij kan?
Vraag? Okee dan, retorische vraag. Als zij rij B had gekozen, was er niets aan de hand geweest, had ik niks te zeuren gehad en was dit stukje er ook niet gekomen.
Het echte raadsel is natuurlijk ‘welke overwegingen spelen een rol bij de keuze tussen rij A en rij B, leidende tot de keuze voor rij A’. En dat niet alleen voor deze Gooise blondine; elke parkeerlaag biedt dezelfde aanblik, ook op andere drukke zaterdagen. Waarmee proefondervindelijk is vastgesteld dat het onder bezoekers van deze parkeergarage de overheersende gedachtengang en handelwijze is.
Voor de duidelijkheid doe ik ook nog even een schetsje van hoe het niet was. Dat u niet denkt, ‘jaaaaa maar, die wagentjes staan altijd zus-en-me-zo, onhandig te zijn, je komt er niet eens bij, bij rij B, al zou je het willen!!’
Dames en heren, jongens en meisjes. Dit knaagt aan mij. Ik zie uw suggesties dan ook in spanning en met de grootste belangstelling tegemoet. Dank u wel.