We ontmoetten elkaar op de markt. En dat was geen toevallige ontmoeting. Haam liep mij expres tegen het lijf, daar ben ik heilig van overtuigd. Maar goed, doet er niet toe, het leek heel spontaan en heel toevallig. Daar is haam goed in. “Heee …. zag ik jou een paar maanden geleden niet daar-en-daar? Je weet wel, toen het zo verschrikkelijk hard waaide? Wat vond je d’r van?” Ik vond het ruk, zonde van de tijd, en haam was me niet opgevallen. Haam keek wat beteuterd maar liet zich niet zo makkelijk afpoeieren. “Wat doe je vanavond?” Helemaal niks, lekker met een biertje en een boek in de tuin. Maar dat ging ik haam niet vertellen. “Belangrijke zakenmeeting. Wine, dine en slime. Totaaaaal geen zin in, maar het moet hè.” Dat hielp. Met de tekst “Wanneer je er aan toe bent deze mongen wèl te willen kennen…….” kreeg ik een kaartje tussen mijn tanden gestoken. Toen ik dat ding eindelijk uit mijn mond gepeuterd had was haam al nergens meer te zien.
…wordt vervolgd